Situering

Leerlingen en studierichtingen worden te veel gerangschikt op het criterium ‘abstract denken'. Studierichtingen worden als ‘hoog' aangezien wanneer ze op abstract denken gericht zijn (klassieke talen, wiskunde) en als ‘laag' wanneer ze op het concrete, op de toepassing gericht zijn (techniek). Veel lerarenkomen zelf uit het ASO en versterken dit effect. De helft van de TSO-afgestudeerden heeft in het ASO gezeten, 55% van de BSO-afgestudeerden heeft in het ASO en/of het TSO gezeten. 

De oriëntering van leerlingen loopt mank, voor een deel door de huidige invulling van het eenheidstype in het secundair onderwijs.

Twee meisjes krijgen uitleg van een leerkracht over auto's in een klas van Stedelijk Lyceum Zuid.

Knelpunten

In het basisonderwijs komen techniek en technologie nauwelijks aan bod. In het secundair onderwijs ligt de nadruk te sterk op kennisoverdracht. Het evaluatiesysteem is eenzijdig comparatief: evalueren is vaak het benadrukken van tekorten, waarbij abstract denken de norm is. Voor heel wat leerlingen is de evaluatie dus niet stimulerend.  

De lage waardering voor technisch/technologische opleidingen en functies is een urgent en complex probleem dat een integrale benadering en systeeminnovatie vraagt. De commissie gelooft niet dat de voorgestelde veranderingen mogelijk zijn met de regelgeving en de werkwijzen die het onderwijssysteem vandaag hanteert. Veranderingen in het onderwijs slorpen zeer veel energie op maar leveren vaak onvoldoende resultaat. Het onderwijssysteem draagt inertie in zich. Dat leidt tot defaitisme.  

Om tot een implementatie te komen van de voorstellen van de commissie moet het onderwijssysteem permanent  veranderen en innovatiever worden. De huidige opleidingen zitten ingebed in een structuur uit de periode van de industriële omwenteling. De kennismaatschappij heeft een onderwijs nodig dat continu inspeelt op nieuwe vaardigheden en kwalificaties.

Scholen moeten zelfvernieuwend worden om continu te kunnen inspelen op ontwikkelingen. Daarbij moeten ze principes van behoorlijk bestuur en modern management introduceren.

Toekomstvisie rond anders werken

Voor wie een techn(olog)isch beroep uitoefent, houdt ‘anders werken' in dat:

  • zijn talenten en competenties naar waarde worden geschat en optimaal worden benut;
  • hij zijn talenten en competenties permanent kan verruimen;
  • hij kansen heeft op promotie;
  • leidinggevenden en collega's-technici openstaan voor de invoering van nieuwe organisatieconcepten en productiemethoden;
  • hij kan werken in een eigentijdse, aangename en veilige werkomgeving;
  • hij wordt behandeld als een zelfstandig, verantwoordelijk individu;
  • hij samenwerkt met mannen en vrouwen met verschillende achtergronden en culturen, jong en oud.

Toekomstvisie rond anders leren

In de school van de toekomst

  • staat de ontwikkeling van alle talenten van de lerende centraal;
  • worden niet enkel de intellectuele vaardigheden, maar alle mogelijkheden maximaal ontwikkeld;
  • zijn technische en technologische vakken aantrekkelijk en afgestemd op de arbeidswereld: het hoort bij de algemene vorming van alle jongeren;
  • is het totaalpakket algemene vorming aantrekkelijk en wordt de opsplitsing in vakken geregeld verlaten;
  • worden praktijkvakken en stages georganiseerd in samenspraak met het bedrijfsleven;
  • is er modulair onderwijs;
  • is het secundair onderwijs niet langer opgesplitst in onderwijsvormen;
  • is een geregelde terugkeer naar de school of naar andere leersystemen voor iedereen mogelijk;
  • worden competenties op eenzelfde manier erkend en gecertificeerd, om het even hoe en waar ze worden verworven;
  • is leren volledig toegankelijk voor een zo ruim mogelijk publiek;
  • krijgt de leraar een nieuwe rol toebedeeld: overbrenger van kennis, vaardigheden en attitudes, maar ook leertrajectbegeleider of coach;
  • werken leraren zeer sterk in teamverband en vormen levende voorbeelden van levenslang leren;
  • is er opleiding en certificatie mogelijk van andere dan de traditionele leraren;
  • zijn de schoolgebouwen, klaslokalen, ICT- infrastructuur aangepast om flexibele individuele leertrajecten te realiseren;
  • is er een hoog onderwijsrendement;
  • wordt het onderwijsbeleid minder centraal gevoerd.
Jongen is aan het werken in een klas van Stedelijk Lyceum Zuid.

Toekomstvisie rond anders kiezen

'Anders kiezen' houdt in dat

  • wie leert van jongs af voeling leert hebben en houden met zijn interesses, talenten en competenties;
  • de school een visie op keuzebegeleiding ontwikkelt in relatie tot haar missie;
  • kiezen een continu proces is van sturing en planning dat in de basisschool begint;
  • studiekeuze een deelaspect is van de vakoverschrijdende eindterm 'leren leren';
  • de eerste graad secundair onderwijs gemeenschappelijk is;
  • leraren worden nageschoold om goede studiekeuzebegeleiders te worden;
  • het CLB de school bijstaat.